26 september 2013

Spinaziepasteitjes


Dit kleurige plaatje eindigde in samosa's, of pasteitjes, die ik maakte in mijn zoektocht naar wat meer vegetarische afwisseling. Spinazie is momenteel in het seizoen en overal verkrijgbaar. Na de Andijviegalette is dit dus weer een andere manier waarop ik hier in huis de bladgroentes promoot.


Eerst maak ik het deeg, zodat het even kan rusten. Ik heb het klassieke samosa-deeg gebruikt, maar doordat ik een erg groot ei had werd het deeg wat zacht. Het vormen van de pasteitjes was zo lastig dat ik het woord samosa maar niet in de titel heb gebruikt... niet al het water in een keer toevoegen dus. Ik was begonnen met 170 ml, maar dat bleek al te veel. Laat het deeg een uur rusten in de koelkast.


Voor de vulling begin ik met ui, paprika en wat fijngesneden wortel in een koekenpan. Hoe langer dat bakt, des te zoeter wordt de smaak. Ondertussen kun je de spinazie wassen en drogen. Bij de vulling komt ook het vaste trio smaakmakers (op de foto hieronder). Ik neem van alles een beetje zodat het eten ook voor de kinderen niet te scherp wordt, maar toch een goede smaak heeft.


In de vijzel dit keer een mengsel van fenegriek, kurkuma, komijn, piment en mosterdzaad. Je kunt ook wat kerrie of komijn en koriander uit een potje nemen. De smaakmakers en specerijen bak ik even mee, dan laat ik de spinazie slinken. Ik giet het overtollige vocht af en voeg wat pompoenpitten, sesam en zonnebloempitten toe. De verhouding is willekeurig, en je kunt ook noten gebruiken of alle zaden, pitten en noten weglaten.


Ik verdeel het deeg in gelijke stukken en rol ze uit. Als het deeg steviger was geweest had ik het in een groot stuk uitgerold en stroken gesneden om samosa's uit te vouwen. Nu was ik allang blij als ik een rondje kreeg dat met vulling gesloten kon worden.


De linker samosa is wel gevouwen, de rechter is gewoon als pasteitje in de vorm van een halve maan dichtgeknepen met de naad bovenover. Bak ze af in een oven van 180 graden, ongeveer 20 minuten. Bestrijk ze met olie voor het bakken.


Omdat het geheel zo behoorlijk vetarm is is het lekker om er een yoghurtsaus, raita of iets anders zuiveligs bij te serveren. Mijn oudste vindt het lekker om zijn pasteitjes met wat Philadephia te besmeren. Wij anderen hielden het bij een sausje van Turkse yoghurt, munt, knoflook en zout.

Spinaziepasteitjes

Ingrediënten


200 gram speltbloem
1 ei
150-200 ml water

een ui
ongeveer 200 gram paprika en wortel
wat knoflook, rode peper en gember
wat kerrie
of versgevijzeld mengsel van fenegriek, kurkuma, komijn, piment en mosterdzaad
400 gram spinazie
een eetlepel sesamzaad, zonnebloempitten en pompoenpitten
zout

eventueel voor het sausje:
wat Turkse yoghurt
wat muntblaadjes
half knoflookteentje, gesnipperd
wat zout

Bereiding
1. Roer een deeg aan met aanvankelijk wat minder water, voeg zo nodig wat water toe tot je een kneedbaar deeg krijgt. Kneed het een paar minuten door en leg het dan afgedekt in de koelkast een uur te rusten.
2. Fruit ui, paprika en wortel. Voeg na een paar minuten knoflook, rode peper en gember toe en bak ze, samen met de specerijen even mee. Voeg dan de gedroogde spinazie toe, laat slinken, en roer tot slot de zaden erdoor. Giet zo nodig vocht af en snijd de spinazie met twee messen wat kleiner.
3. Verdeel het deeg in 12-16 stukken en rol ze rond uit voor de pasteitjes. Verdeel de vulling over de velletjes en sluit de pasteitjes. Kwast ze in met olie. Bak ze ongeveer 20 minuten in een oven van 180 graden. Serveer met een sausje naar keuze.


Nog even genieten van het nazomerse bos op deze droge dagen...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten